Fietstochten Groene Hart

ontspannen
gezellig
duurzaam

Een zomers tochtje

Terug naar overzicht

15 juni 2021

Het werd weer eens tijd voor een wat langere fietstocht en de Biesbosch staat al een tijdje op mijn lijstje om te bezoeken. Een typisch gevalletje van één plus één.


Mis niets!

Blijf op de hoogte van nieuwe tochten, verhalen en andere nieuwtjes. Meld je aan voor de nieuwsbrief.

Met het mooie weer word ik al zo rond een uur of zes wakker door de zon op mijn gezicht en de zingende vogels. Meestal blijf ik dan echt nog wel een tijdje liggen, half soezend, half slapend, maar ik heb me ook voorgenomen om een keer er vroeg uit te gaan en in alle vroegte op de fiets te stappen. 
Dat wilde ik dus vandaag doen maar slecht geslapen door de warmte en de eerste muggen dus is het al weer half acht voordat ik uit bed stap. Aankleden, kommetje brinta, broodjes gesmeerd, de bidons gevuld plus een fles water die uit de vriezer komt, een cappuccino. Maar toch, ik stap ik iets voor half negen op de fiets. Lang niet slecht.

Het plan is om naar de Biesbosch te fietsen, daar wat rond te rijden en dan weer terug. Volgens de routeplanning een tochtje van zo'n 130 kilometer.
Het eerste stuk gaat door bekend terrein, de polder in, langs het Loetbos, Als ik naar Krimpen aan de Lek wil, blijkt het fietspad te zijn afgesloten. Waarom zetten ze geen bord aan het begin zodat je direct een andere route kunt nemen? Nu moet ik weer terug. Als ik terug bij het Loetbos ben, zie ik dat ze toch wel een bord hebben geplaatst, alleen het staat omgedraaid, dus je ziet het pas als je terugfietst. De andere weg loopt boven Lekkerkerk langs. Onderweg staat een uitnodigend bankje om even te zitten, maar ik ben net onderweg. 

Bij Krimpen de boot naar Kinderdijk en dan rechtsaf richting Alblasserwaard. Voor mij begint hier een nog onondekt gebied. De route biedt een nieuw uitzicht op de beroemde molens. Ik blijf het bijzonder vinden te ervaren dat als je een andere kant op gaat, je een heel ander perspectief krijgt op dezelfde dingen. 
Ik rij door een bezig gebied waar de binding met water en scheepvaart overduidelijk voelbaar is. Er wordt gebouwd, gemaakt, bewerkt, gelast, vervoerd, geladen en gelost. En tegelijkertijd zijn er ook verlaten loodsen en fabriekspanden die door de tijd worden wegeknaagd. Bij de kantoren waar de witte boorden ongetwijfeld druk zijn met van alles en nog wat, staan de parkeerterreinen behoorlijk vol. Thuis werken lijkt hier eerder de uitzondering dan de regel.

Ondertussen ben ik al weer in Papendrecht en neem daar de waterbus naar Dordrecht. Langs het Wantij fiets ik een steeds groener wordend landschap in en kom ik in het Hollandse deel van de Biesbosch. Ik fiets hier een rondje, kom langs de sterrenwacht Mercurius, Helsluis en beland dan bij het bezoekerscentrum. Daar wil ik het pontje pakken dat me door de Biesbosch naar de veerboot brengt die de Beneden Merwede oversteekt. Maar helaas, dat pontje vaart nog niet en dus fiets ik het hele stuk terug om de Maasroute op te pikken naar de veerboot.  

Bij de veerboot zie ik een visarend. Hoe gaaf is dat. En ik weet dat het een visarend is omdat de man naast me, behangen met camera en een enorme telelens, dat heel enthousiast roept. Wie ben ik dan om daar aan te twijfelen. De man knoopt een praatje aan en vraagt of ik al lang onderweg ben. De filosoof in mij is geneigd te antwoorden: 'Al ruim 40 jaar', maar ik denk dat hij iets anders bedoelt. Dus vertel ik over mijn tocht van vandaag.
   'Heb je een vrije dag genomen of ben je op vakantie?', vraagt de vogelfotograaf.
   'Geen van beiden. Ik doe wat ik ben', zeg ik. Ik kan het gewoon even niet laten.
   'En wat doe je dan?'
   'Ik ben fietser. En schrijver.'
   De man kijkt me wat meewarig aan. Ik moet wel last van de warmte hebben of zoiets. Hij wenst me snel een fijne dag en ik hem ook.

De veerboot is intussen aan de overkant en ik fiets het Brabantse deel van de Biesbosch in. Het is een prachtig gebied. Ik fiets een paar lussen om zoveel mogelijk te zien. Opnieuw zweeft er een visarend voorbij en even later zie ik een havik in de lucht bidden.
Op de fiets kun je de Biesbosch aardig verkennen. Maar eigenlijk moet je een bootje nemen want een groot gedeelte is alleen maar via water bereikbaar. Dat komt een volgende keer wel.

Ik fiets het gebied uit naar Werkendam. Daar pak ik de watertaxi terug naar de overkant, dat deze kant was toen ik aan de rit begon. Via Boven Hardinxveld en Hardinxveld-Giessendam rij ik terug de Alblasserwaard in. Er zijn hele stukken waar de wereld enkel bestaat uit het landschap, de zon, de weg voor me, mijn fiets en ik. Als ik niet gewoon aan het fietsen was, zou het zomaar een vakantiedag kunnen zijn.

Ongemerkt zijn de bidons en de fles, met nog steeds veel ijs erin, aardig op aan het raken. Bij Ottoland trakteer ik mezelf op een ijsje en vul de bidons voor het laatste stuk. Ik heb er intussen ruim 110 km opzitten en begin het zo langzamerhand wel een klein beetje te voelen. Als de weg naar Groot Ammers ook nog is afgesloten, moet ik ook hier een stukje omrijden om de pont naar Bergambacht te kunnen nemen. 
Eenmaal terug in de Krimpenerwaard, besluit ik om via Stolwijk, de kortste weg terug te nemen. 
   Na 138 kilometer en bijna 7 uur fietsen, de pauzes niet meegerekend, ben ik weer thuis van een heerlijk, mooi zomers tochtje.