26 juli 2021
Als ik door de polder fiets, mis ik iets. Nee niet iets, ik mis jou. Vorig jaar ben ik voor je gevallen. Maar waar ben je nou?
Blijf op de hoogte van nieuwe tochten, verhalen en andere nieuwtjes. Meld je aan voor de nieuwsbrief.
De voorspelde regenbuien blijven nog even uit en daarom stap ik snel op de fiets. Ik ben immers fietser. Vandaag heb ik geen doel maar als vanzelf stuurt mijn fiets mij de vertrouwde polder in over fietspaden die ik al tientallen keren heb bezocht.
Als altijd waait de weidsheid van de polder - levendig en rustig tegelijk - mijn hoofd leeg. Misschien komt het daardoor wel dat ik ineens besef dat ik iets mis. Of beter gezegd, ik mis jou. Vorig jaar zag ik je voor het eerst pas echt goed en sinds die tijd probeer ik je te begrijpen. Maar je speelde altijd hard to get. Elke keer als ik dichterbij kwam, ging je er snel vandoor. Dat voelde toch alsof ik Tantalus ben. En je kent me, ik word daar eerst een beetje droevig van. Daarna raak ik geïrriteerd en dan komt er, beetje kinderachtig dat weet ik, zelfs boosheid. Daarom noemde ik je op een gegeven moment arrogant en gaf ik je expres een verkeerde naam.
Daar heb ik wel een beetje spijt van want dat heb je niet verdiend. Zo makkelijk heb je het ook niet, daar had ik wel wat meer rekening mee kunnen houden. Ik geef het toe.
Ongemerkt ben ik intussen beland bij de plek waar je vorig jaar sliep. Ik fiets er rustig langs in de hoop je daar weer te zien, al is het maar een glimp. Maar nee, ook hier ben je niet. Mijmerend fiets ik verder. En net als ik tot de slotsom kom dat ik je maar moet laten gaan, zie ik je staan. Ik stap af en stilletjes probeer ik dichterbij te komen. Tevergeefs natuurlijk want als je me in de gaten krijgt, vlieg je er weer vandoor. Zo ken ik je weer. Maar zullen we afspreken dat jij wat meer van jezelf laat zien als ik je voortaan bij je echte naam noem, grote zilverreiger?